Temperament en Interactiestijl

Het klassieke temperament refereert naar de unieke interactiestijl, welke aangeeft hoe iemand op interne en externe uitdagingen reageert en deze ervaart. De dominante functie van het type reflecteert het temperament met betrekking tot aspecten van introversie/ extraversie, gedragsstijl en positief motiverende kracht. De overige functies ontwikkelen zich tijdens het leven verder als tegenhanger van de initiële dominante functie.

De Keirsey temperamenten zijn niet equivalent aan de klassieke temperamenten. Dit is een indeling, waarbij het temperament geassocieerd wordt met het gedrag van het MBTI-type. Het meet de uitgedrukte en observeerbare eigenschappen. Het model van Myers-Briggs wordt hierbij vanuit een andere invalshoek benaderd, gericht op de kernbehoefte van mensen, zoals behoefte aan vrijheid en nuttig of competent te willen zijn. Het gaat hierbij vooral om het inzicht om zichzelf en anderen beter te begrijpen i.v.m. sterktes/zwaktes. Het Jung/ MBTI model is gebaseerd op hoe mensen intern denken, welke tot een min of meer lineaire vierfactor indeling van 16 verschillende persoonlijkheidstypen leidt. Toch is de uitdrukking van een persoonlijk psychologische type meer dan de som van de persoonlijke functievoorkeuren, omdat deze afhankelijk zijn van de interactie van typedynamiek en typeontwikkeling. Dit model is vooral interessant om te zien hoe de groei verloopt. De temperamentleer van Keirsey kan dus benaderd worden als een integratie van de hoofdpatronen uit het MBTI model. Het MBTI model kan andersom ook bekeken worden als een differentiatie vanuit dit temperamentmodel.

David Keirsey houdt zich bezig met wat mensen doen, de lange termijn gedragspatronen. Zijn beschrijvingen zijn meer geïntegreerd, resulterend in een complexe persoonlijkheid als geheel, waarbij de verschillende aspecten niet onafhankelijk zijn van de hiërarchisch bovenliggende eigenschappen. Hij gaat er vanuit dat het karakter zich ontwikkelt vanuit het temperament via interactie met de omgeving. Persoonlijkheid, karakter en temperament, wordt gezien als een vrij sterk voorgeprogrammeerde configuratie van samenhangende patronen, attitudes, gedragingen en acties. Het leven van een individu wordt in sterke mate bepaald en gestuurd door zijn eigen unieke en aangeboren temperament. Mensen zijn op dit punt fundamenteel verschillend van elkaar door hun typische mix van behoeften, waarden, vaardigheden en gedragspatronen.

Er zijn dus verschillende ingangen om de temperamenten te onderscheiden, deze persoonlijkheidstypologie verklaart het gedrag van mensen in termen van tegenovergestelde vaste kenmerken. D. Keirsey onderzocht hoe de vier temperamenten verschillen in termen van taalgebruik, de intellectuele oriëntatie, onderwijs en beroepsonderwijs en belangen, maatschappelijke oriëntatie, zelfbeeld, persoonlijke waarden, sociale rollen en kenmerkende handgebaren. In zijn research, heeft hij observaties gemaakt die hem in staat stelden om hiervan twee van de vier mentale voorkeuren te combineren tot onderscheiden temperamentcategorieën. In tegenstelling tot Jung die de Houding, E/I (Extravert/ Introvert) als het meest belangrijk beschouwde, heeft hij S/N (Gewaarworden/ Intuïtie) als uitgangspunt genomen, waarbij hij de rol van zowel Denken/ Voelen (T/F) en Oordelen/ Waarnemen (J/P) geminimaliseerd heeft. Het temperament kan in dit model als de ringen van een boom worden gezien.

De binnenring – Observatie tegenover Introspectie
S/N (Gewaarworden/ Intuïtie), een persoon is "Observerend" of "Introspectief" welke benoemt zijn tot de "Communicatie"stijlen: "Concreet" en "Abstract"

De tweede ring – Affiliatief tegenover Utilitair
Denken/ Voelen (T/F) en Oordelen/ Waarnemen (J/P), dit geeft aan of een individu al dan niet "Coöperatief" is of "Pragmatisch" en dit bepaalt het temperament van de persoon. Deze nieuwe "Actie"schaal komt overeen met de volgende vier temperamenten:

De derde ring – Instructief (Directing) tegenover Informerend Dit wijst erop of de rol van een individu "Instructief’ of "Informerend" is. Elk van de vier temperamenten wordt onderverdeeld door dit onderscheid, hetgeen resulteert in acht "Rollen" of "Intelligentie types": STP-Operator, SFP-Entertainer, STJ-Administrator, SFJ-Conservator, NFJ-Mentor, NFP-Advocaat, NTJ-Coordinator, en NTP-Engineer). De vierde ring - Gereserveerd tegenover Expressief De vierde ring beschrijft hoe de mensen binnen hun milieu interactie aangaan. Het begrip Introversie/Extraversie is gewijzigd naar "Gereserveerd" (Responding, Reactief) en "Expressief " (Initiërend, Pro-actief). Elk van de acht categorieën kan door dit onderscheid in een totaal van 16 rolvarianten worden onderverdeeld. Deze 16 rolvarianten correleren met de 16 Myers-Briggs types.

Dit alles leidt tot de volgende indeling:

SP– Artiest, Vakman De Artisanale kernbehoeften houdt in de vrijheid te hebben om zonder belemmering te handelen en een duidelijk resultaat van actie te merken. Ambachtsmensen zijn prestatie en resultaat georiënteerd; ze werken aan toegepast meesterschap met beide voeten op de grond. Ze zijn handig, charmant, in het hier en nu, met liefde voor improvisatie, besluitvaardig en streven naar maximale effectiviteit bij alles wat ze doen. Ze haten saaiheid en verveling en houden graag alle opties open.

SJ– Verzorger, Beschermer De kernbehoeften van de Beschermer zijn structuur, groepslidmaatschap en verantwoordelijkheid. Beschermers zijn logistiek georiënteerd; ze zijn goed in het bedenken en volgen van regels, procedures, schema's en dergelijke. Zij streven ernaar om tijdig voorbereid te zijn op wat van hen verwacht kan worden en kunnen goed consolideren. Ze streven naar ergens bij te horen, naar maatschappelijk correct gedrag, gebaseerd op gedegen kennis. Ze vertrouwen op hiërarchische ordeningen.

NF– Idealist De kernbehoeften van de Idealist zijn de betekenis en het streven om tot een hoger doel komen. Idealisten zijn diplomatiek ingesteld; zij richten zich op mensen en zijn bezig met de diepere betekenis van hun eigen en andermans denken, voelen en handelen. Hun kracht is reflectief vermogen, bewustzijn en empathie. Ze willen dat iedereen zich op ieders meest eigen manier kan ontwikkelen. Zij bouwen bruggen tussen mensen door empathie en verduidelijking van diepere kwesties.

NT– Rationalist De Rationele kernbehoeften zijn beheersing van concepten, kennis, en bekwaamheid. Rationalisten willen de werkende principes van het heelal begrijpen en theorieën voor alles leren of ontwikkelen. Rationalisten zijn strategisch ingesteld; in kalmte overzien zij talloze mogelijkheden op lange termijn, bepalen hun strategische doel en gaan daar op de meest efficiënte wijze op af. Allergisch voor terugkerende fouten, scheppers van de wetenschap, competente schakers in mentaal complexe situaties.

Interactiestijl

Keirsey’s temperamenten zijn niet eenduidig te relateren aan de indeling volgens Hippokrates, omdat het gekozen uitgangspunt anders is. Keirsey noemde oorspronkelijk zijn temperamenten naar de Griekse goden Dionysius, Apollo, Prometheus, en Epimetheus. Linda Berens gebruikt een vergelijkbaar systeem, waarbij de interactiestijlen gebruikt worden om het temperament en cognitieve dynamiek te koppelen. Deze Interactiestijlen zijn tevens groeperingen van de 16 Myer-Briggs typen. Dit model bouwt voort op het door Keirsey’s ontwikkelde temperamentmodel en bijbehorende subcategorieën. Het is gebaseerd op de observeerbare gedragspatronen, die vrijwel overeen komen met populaire Sociale Stijl modellen en de DISC theorie van William Moulton Marston.

DISC staat voor de 4 basis gedragsstijlen: Dominant, Invloed, Stabiliteit en Conformiteit.

disc

De Interactiestijlen zijn aangeboren reactiepatronen, welke gekarakteriseerd worden door een drang naar een bepaald doel als onderliggende drijfveer. Deze interacties met anderen, speciaal wanneer men een ander probeert te overtuigen, zijn waar te nemen als herkenbare energiepatronen.

Het Interactiestijl-concept sluit nauw aan bij het begrip van de Klassieke temperamenten met "Directing"en "Informing" als waardige tegenhanger van Mens- of Taakgerichtheid. "Directing-Communicatie" heeft een Taakfocus en "Informing-Communicatie" heeft een Mensgerichtheid.

De interactiestijlen worden als volgt bepaald en gedefinieerd: Expressive/ Directing: "In-Charge" (= Leidend). Reserved/ Directing: "Chart-the-Course" (= De koers Uitzetten). Expressive/ Informing: "Get-Things-Going" (= De zaken op Gang Brengen). Reserved/ Informing: "Behind-the-Scenes" (= Achter de Schermen).

Berens koppelt Directing en Informing direct aan Extraversie/Introversie, welke zij als "Initiating" en "Responding" hernoemt. Deze schaal kan gedefinieerd worden door T/F en J/P samen. Directing neigt naar T en J, terwijl Informing neigt naar F en P. Dus elk van de vier types met een Directing stijl heeft of een T en/of een J in de MBTI-codering. De Informing typen hebben een F en/of een P in de MBTI-codering. Als toevoeging op de E/I en Directing/Informing categorieën zijn er ook diametrische tegengestelde stijlen; "Focus en Interest" (Control/ Movement).

Directing versus Informing communicatie – De manier waarop we beïnvloeden. Initiating versus Responding rollen – De manier waarop we relaties definiëren. Control versus Movement focus – Waar de aandacht op gericht is bij interactie.

Elke Interactiestijl heef tenminste één eigenschap met willekeurig andere stijl gemeenschappelijk:

In-Charge & Behind-the- Scenes; "Control": Gefocust op de controle over de uitkomst. Chart-the-Course & Get-Things-Going; "Movement": Gefocust op beweging richting doel. Chart-the-Course en In-Charge; "Directing": Structuur geven, Direct. In-Charge & Get-Things-Going; "Initiating": Externe wereld, Interactie. Behind-the-Scenes & Get-Things-Going; "Informing": Uitlokken, Input zoeken. Chart-the-Course & Behind-the-Scenes; "Responding": Interne wereld, Reflectie, Traag.

Het resultaat is dat elke van de vier interactiestijlen één van de 16 MBTI-persoonlijkheidstypen delen met één van de vier temperamenten van Keirsey. Linda Berens heeft de Keirsiaanse temperamenten (SP, SJ, NF, NT) om praktische reden hernoemt tot: "Improvisator", "Katalysator", "Stabilisator", "Theoreticus". Zij beschrijft deze temperamenten als het "Waarom" van het gedrag, terwijl de interactiestijlen het "Hoe" vertegenwoordigen.


Terug