Onder de dosis wordt verstaan de hoeveelheid in te nemen medicijn (kwantiteit), in één keer of verdeeld over een bepaalde periode, dat nodig is om een direct effect te produceren op het menselijk lichaam in gezondheid en ziekte. Het heeft niets te maken met de potentie wat staat voor de dynamisatiegraad van het middel (kwaliteit).
De enkele dosis van het enkelvoudige middel is het ideaal, zo kan men het verloop van de symptomen beoordelen, het is ook veiliger bij verkeerde middelkeus en bij gevoelige patiënten. Frequent herhalen tot er reactie is en dan afwachten, moet ook als enkele dosis gezien worden.
Volgens de farmacologische wet van Arndt-Schulz werkt een grote dosis vernietigend op levensactiviteit, een midden grote dosis remmend en een kleine dosis stimulerend. Deze wet is echter niet op de Homeopathie toepasbaar. In de Homeopathie wordt nooit met een fysiologische dosis (effect) gewerkt, maar altijd met de kleinst mogelijke dynamische dosis die nodig is voor reactie.
J.T.Kent schrijft: "Het maakt niet uit of het middel gegeven wordt in water met lepels tegelijk, of in korreltjes droog op de tong, het resultaat is hetzelfde. Er wordt verondersteld, dat als er één of twee kleine korreltjes gegeven wordt een milder effect verzekerd zou zijn, maar dit is misleidend. De werking of kracht van één korrel is als het werkt, even groot als die van tien."
Hahnemann stelt echter: Organon §159: "Hoe kleiner de dosis van het homeopathische middel, des te geringer en korter is ook bij de behandeling van acute ziekten deze schijnbare ziekteverergering in de eerste uren."
Organon §272: "Zo'n globule, droog op de tong gelegd, is een van de kleinste doses voor een pas opgekomen ziekte van een matige intensiteit. In dit geval worden er maar weinig zenuwuiteinden door het geneesmiddel geraakt. Een zelfde korreltje echter, in een beetje melksuiker fijngedrukt, dan in veel water (§ 247) opgelost en voor iedere toediening goed geschud, levert een veel sterker geneesmiddel op voor vele dagen gebruik. Elk ook nog zo klein kwantum ervan raakt bij het innemen veel zenuwuiteinden tegelijk."
Hierbij moet wel vermeld worden dat Kent werkte volgens de 4e editie van het Organon en zijn ervaring met vooral de hogere C-potentie in korrelvorm heeft opgedaan, terwijl Hahnemann hoofdzakelijk met de lagere t/m C200 en LM-potenties in vloeistof werkte. Toch blijft de uitspraak van Kent merkwaardig, omdat hij voor patiënten van verschillende leeftijdsgroepen wel een andere dosis adviseerde.
Voor Hahnemann zelf was het verschil tussen dosis en potentie waarschijnlijk heel duidelijk. Met een kleine dosis wordt logischerwijs geen hoge potentie bedoeld. Kent heeft dit niet begrepen en dacht dat Hahnemann bedoelde (in o.a. Organon, § 159) dat de hogere potenties minder verergeren, omdat het hogere verdunningen zijn. Dit is dus niet het geval. Hiermee is een verwarring gestart die nog steeds zijn invloed heeft. De hoeveelheid ‘actieve’ medicijn in een druppel C6 is hetzelfde als in een druppel 10M.
De grootte van de benodigde dosis om een direct effect te produceren, varieert afhankelijk van de leeftijd, temperament en gezondheidstoestand van het individu. Het moet op dezelfde manier geselecteerd zoals een middel (simillimum) wordt geselecteerd volgens de principes van de homeopathie.
De gevoeligheid voor het geneesmiddel is afhankelijk van de aangeboren constitutie en de evt. aanwezige niet-gelijksoortige laag, de gevoeligheid kan door een laag alleen maar toenemen, maar niet afnemen. Een constitutionele Phosphorus met een Arsenicum laag is bijvoorbeeld supergevoelig, hier kan het beste de constitutie direct behandeld worden i.p.v. de laag.
Organon §278: "Dan moeten de eerste minimale doses natuurlijk ook weer geleidelijk worden verhoogd om herstel te bewerken, maar veel minder en langzamer bij patiënten, die erg gevoelig blijken te zijn, dan bij minder ontvankelijke. Bij de laatsten kan men sneller de dosering verhogen. Er zijn patiënten waarvan de bijzondere gevoeligheid duizend maal zo groot is als die van de meest ontvankelijke."
Hypogevoeligheid (1-300): (Calcarea Carbonica, Baryta Carbonica) Trage, langzame personen, ongevoelig en traag van begrip, vrijwel geen allergieën, onbewogen op prikkels uit de omgeving etc. De gevoeligheid is soms ook afgenomen door te veel medicijngebruik, zoals kalmeringsmiddelen etc. Deze mensen hebben vaak een gebrek aan energie en kunnen verzwakt zijn en enige reactiekracht missen. Als hun vitaliteit laag is moet de homeopaat terughoudend zijn met de dosis en potentie. Gemiddelde gevoeligheid (400-700): (Sulphur, Lycopodium, Silicea) Dit is de gemiddelde ‘normale’ constitutionele gevoeligheid; kalme stabiele personen, met een goede vitaliteit, functionele ziekte of een beginstadium van weefselpathologie, goed functionerende uitscheidingsorganen en geen snelle verandering in symptomen etc. Hypergevoeligheid (700-1000): (Phosphorus, Arsenicum). Nerveuze, snelbewegende personen met snelle stemmingswisselingen en snelle verandering van symptomen, onrustig, gespannen, alert, snel, sterke reactie op de omgeving, meerdere allergieën of overgevoeligheid voor chemische stoffen, ze hebben vaak slaapproblemen etc. De gevoeligheid is ook vaak toegenomen in gevallen van vergevorderde pathologie, verzwakte vitaliteit, overgevoelige levenskracht en langdurig medicijngebruik. Men moet voorzichtig zijn in geval de uitscheidingsorganen overladen zijn met toxinen en bij de oudere mensen omdat ze verborgen pathologie kunnen hebben.
Een goede observatie van de constitutie geeft een redelijke indruk van de gevoeligheid van het individu, maar het geeft geen zekerheid. Er bestaat geen standaarddosis, de juiste dosis wordt voor iedere patiënt experimenteel en door ervaring vastgesteld. De toediening van de eerste dosis is een testdosis. Na het geven van de eerste dosis moet de homeopaat een geschikte tijd wachten om de werking van het middel te beoordelen. Deze periode van tijd hangt af van de aard van de ziekte, acuut of chronisch en kan variëren van enkele minuten tot dagen of weken.
Organon §278: "Slechts door middel van zuivere proefnemingen, door zorgvuldige observatie van de gevoeligheid van iedere afzonderlijke patiënt en met de juiste ervaring, kan men dit in ieder individueel geval vaststellen."
Ziek zijn speelt zich op dynamisch niveau af, elk middel werkt in de kleinst mogelijke dosis ook dynamisch. Actie en reactie zijn gelijk en tegengesteld. De juiste dosis is dus de hoeveelheid van het juiste middel en potentie, dat gelijk is in kracht aan de Centrale Verstoring, similia similibus curentur!
De benodigde dosis is omgekeerd evenredig met de susceptibiliteit voor het middel. Dus hoe duidelijker en intenser de meer karakteristieke symptomen zijn die overeenkomen met het middel, des te kleiner de dosis moet zijn.
Het is goed te realiseren dat er met energie gewerkt wordt en niet met een chemische dosis. Als een middel dus niet werkt, ligt dit nooit aan het formaat van de dosis, maar aan een verkeerde middelkeus of verstorende factoren. Ook als de dosis te klein is zal het toch al een begin aan de genezing kunnen maken. Dit heeft geen invloed op de diepte van de inwerking (potentie), maar op de omvang, van de genezingsreactie.
Organon §279: "Dan toont deze zuivere ervaring altijd, dat de dosis van het homeopathisch gekozen, hoog gepotentieërde geneesmiddel voor het begin van de behandeling van een belangrijke ziekte (vooral een chronische) in de regel nooit zo klein gemaakt kan worden, dat ze niet toch nog sterker zou zijn dan de natuurlijke ziekte. Ze kan toch die ziekte tenminste voor een deel overstemmen, ze kan toch al een deel ervan t.o.v. het gevoel van het levensbeginsel uitdoven en op deze manier al een begin maken met de genezing."
De dosis moet niet te groot gekozen worden, want dan kan dit vlak na inname een homeopathische (begin)verergering veroorzaken. Vooral bij gevoelige mensen is dit het geval.
Organon §161: "Bij een chronische behandeling mag deze homeopathische verergering niet optreden, dat gebeurt ook niet als het passend gekozen middel in de vereiste lage dosis wordt gegeven."
Een veel te grote dosis van het overigens juiste middel en potentie, zal geen genezing kunnen brengen, omdat de aangeboden 'informatie' niet op maat aangeboden wordt. De dosis moet ook individueel zijn om mild en daardoor duurzaam, op de oorzaak in te kunnen werken.
Organon §275: "Dat een geneesmiddel precies past voor een bepaalde zieke berust niet alleen op de juiste homeopathische keus ervan, maar evenzeer op de vereiste goede grootte of liever gezegd kleinheid van de dosis. Geeft men nl. een te krachtige dosis van een middel, ook al is het voor de onderhavige ziektetoestand volkomen goed homeopathisch gekozen, dan zal die gift beslist, ongeacht de weldadige aard van het middel op zichzelf, desondanks schade berokkenen alleen al door de grootte en de in dit geval onnodige, veel te sterke impressie, die er van uitgaat op de levenskracht. Zo'n gift treft nl. krachtens haar homeopathische similewerking juist via die levenskracht de gevoeligste delen van het organisme, die door de natuurlijke ziekte al het meest aangedaan waren."
Organon §277: "Om dezelfde reden moet ook een geneesmiddel, dat passend homeopathisch gekozen is, des te heilzamer werken naarmate de dosis ervan zodanig klein wordt gemaakt als voor zachtwerkende hulp het meest passend is. Immers, ook een goed gedynamiseerd medicament, voorop gesteld dat de dosis klein genoeg is helpt des te heilzamer, haast als een wonder, naarmate het meer homeopathisch uitgezocht is."
Bij een te grote dosis of te frequente herhaling, lijdt de patiënt aan een sterkere (geneesmiddel)ziekte dan de oorspronkelijke. Deze homeopathische verergering kan ongedaan gemaakt worden met hetzelfde middel in een kleinere dosis en hogere potentie. Maar door een (te) sterke prikkeling van een te grote of frequente dosis, neemt de gevoeligheid toe, dus tijdens deze overduidelijke werking of reactieverergering, nooit herhalen, ook niet van een kleinere dosis in hogere potentie, of een ander homeopathisch middel. Het beste is hier deze reactie af te wachten.
Organon §276: "Om deze reden schaadt een middel, al was het ook homeopathisch passend voor het ziektegeval, in elk te grote gift en in sterke dosering meer, naarmate het homeopathischer gekozen en de potentie hoger gekozen is"...
"Te grote doses van een goed homeopathisch gekozen medicament en vooral frequente herhaling ervan, richten in de regel groot onheil aan."
Naarmate het simillimum preciezer en de casus ernstiger is, wordt het formaat van de dosis kritischer. Er zijn speciale condities waar het formaat van de dosis vergroot moet worden om de ziekte de baas te worden. Dit is het geval wanneer de gezondheid en vitaliteit van een patiënt na het juiste middel verbeterd zijn, maar een hardnekkige locale klacht blijft bestaan. Hier is het beste met een kleine dosis te starten en deze langzaam op te voeren, totdat er effect is op de locale klacht.
Hahnemann adviseerde ook een grote dosis bij de behandeling van de primaire manifestaties van de drie fundamentele miasma’s: Psora, Sycosis en Syfilis. (Organon, §282).